De zon scheen laag, en omdat ik reed deed ik het zonneklepje in de auto omlaag en keek voor me uit. Zij deed het zelfde. De vragen brandden op mijn lippen, maar steeds durfde ik ze niet te stellen. Of was er geen gelegenheid. Of geen tijd. Ik had altijd haast en was altijd met mezelf en mijn mobiel bezig. Om de tijd te doden en niet confrontaties aan te gaan en wonden van vroeger open te krabben.
Mijn tante was overgevlogen uit Marokko. Samen met haar man zijn ze hun dochter gaan bezoeken die in België woont. En ook mijn ouders werden verblijd met een bezoek van een klein weekje. Omdat ik haar al langer dan tien jaar niet meer heb gezien, ben ik even op bezoek gegaan.
Zolang het over anderen ging, was er een gesprek en soms zelfs een discussie. Ik kom in het Marokkaans nooit goed uit de verf, dus bleef ik soms haperend in een zin steken die vervolgens als sneeuw in de zon wegsmolt.
Het contact bleef oppervlakkig. Later begreep ik waarom iedereen vroeg naar bed ging. Ik
ben die Marokkaanse gezelligheid verleerd. Of eigenlijk, ik heb die gezelligheid nooit goed
gekend. En zocht naar hulpmiddelen om mee te doen.
Maar dat mislukte.
In de auto dacht ik na over het contact dat je kunt hebben met familieleden. Over het contact dat ik heb met mijn zussen. Zouden mijn moeder en haar zussen met elkaar kunnen praten over waar hun kinderen mee bezig zijn? Zou er een schaamte zijn? Of is de afstand behalve letterlijk, ook figuurlijk een gapend gat geworden door de jaren heen?
Speelt generatieverschil een rol? Mijn moeder is in Nederland blijven hangen in het Marokko van de jaren 80. Terwijl mijn tante redelijk de moderne tijd heeft mee kunnen maken.
Ik nam diep adem en zuchtte mijn vraag eruit: “Moeder, hoe is jouw contact met je zus? Waar hebben jullie het over? Bespreken jullie problemen met elkaar? Of verdrietige momenten?”
Ze bespraken niet echt veel. Er was wel humor. Mijn moeder begreep de Marokkaanse humor als geen ander. Dat verleer je niet, en tegelijkertijd is het moeilijk aan te leren als je het niet kent. “Waarom zou ik het over verdrietige zaken moeten hebben, terwijl je juist een aangename tijd wilt bezorgen. En nee, we praten niet over onze kinderen. Wel als we ergens trots op zijn. Maar ik ga niet vertellen wat jij ‘uitspookt’ of conflicten die ik heb met één van je zussen.”
Op de vraag waarom, bleek het antwoord logischer te zijn dan het lijkt. Je deelt geen ellendige persoonlijke dingen met iemand die te ver weg zit. Je deelt ze zelfs niet met mensen die dichtbij zijn. Want dat is ‘hashoema’!
Op dat moment realiseerde me dat mijn moeder inderdaad nooit dingen besprak met anderen. Wat lijkt mij dat ellendig eenzaam. Nooit je hart kunnen uitstorten bij een vriendin. Nooit een probleem waar je tegenaan loopt kunnen bespreken met een iemand die hetzelfde meemaakt of heeft meegemaakt. Sowieso niet geloven in vriendschappen.
Ik heb daar de nodige klappen van meegekregen. Ik heb het mezelf later, met vallen en opstaan, moeten aanleren. Vriendschappen opbouwen, iemand hebben waar je op terug kunt vallen. En nog steeds zit er een diep ingeworteld gevoel van eenzaamheid. Het niet dúrven of kúnnen terugvallen op iemand die je vertrouwt. Of nog dieper.. wie vertrouw ik eigenlijk. Heb ik wel vrienden die ik midden in de nacht kan bellen? Ik werd overspoeld met een onbestemd gevoel. De basis die toch, hoe je er ook tegen vecht, aan je blijft knagen. De basis, die gelegd is door mijn moeder.
Hoe meer ik haar bevraag, ondanks de pijn en conflictvorming, hoe meer ik haar begrijp en zie. Vroeger werden vriendinnen me verboden. Omdat je ze toch weer verliest, ze geen goede invloed op je hebben en misschien wel een bedreiging vormden. En vast nog meer onverklaarbare redenen.
Ik keek, terwijl ik afwezig de afslag miste, voor me uit. En vanuit mijn ooghoeken zag ik mijn moeder verbaasd naar mij kijken.
Zoveel vragen die nog op m’n lippen branden..
4 reacties op “In gesprek met…”
Ik vindt het een eer dat ik op deze manier inzicht mag krijgen in de Marokkaanse cultuur en samenleving. Je schrijft eerlijk en uit je hart, een generatie terug,(je moeder) was dit nog niet denkbaar? Je voelt dat je stukje bij beetje je achtergrond aan het verruilen bent voor de wereld waar je nu in leeft.
Cultuur is de levensstijl van een samenleving. Je slingert nu tussen die twee heen en weer. Blijf jezelf, dan komt het goed, met jou wel 🙂
Je legt je gevoelens en ervaringen mooi bloot hier. Heel open en duidelijk, en soms ook herkenbaar. Erg knap!
Ik vind het mooi. De opbouw voelt goed, het is klein en warm. Ook herkenbaar. En ja, fijn om over Marokkaanse gewoonten te lezen.
Meer!!!
Hoi, ik heb je blog pas ontdekt via twitter. Interessant,leuk en ook ontroerend om je ervaringen, reflecties en meningen te lezen.
Wat het vertrouwen betreft: een vriend gaf mij ooit advies na het verlies van een dierbare vanwege een vertrouwenskwestie. Ik was zo verdrietig dat deze dierbare persoon mijn vertrouwen had geschaad. Geen enkele man zou ik nog vertrouwen, zo had ik me voorgenomen. Maar de woorden van die vriend hebben mij gered, hij zei: vertrouw de ander in de mate dat je jezelf vertrouwt. Ik dacht verrek inderdaad. Mannen voor altijd wantrouwen betekende dat ik niet op mezelf kon vertrouwen. Het leek mij verschrikkelijk om de ander en mezelf wantrouwend door het leven te gaan. Ook een koranvers die ik las leidde mij. Ik weet even niet uit mijn hoofd welke hoofdstuk, maar het ging over de nomaden die werden aangesproken en gecorrigeerd: zeg niet dat jullie “mumin” zijn maar zeg dat jullie je hebben overgegeven (islam), want “imane” zit nog niet in jullie harten. Het woord imane komt van emana, wat vertouwen/ toevertrouwen betekent. Met andere woorden ik kwam tot de conclusie: imane is in harten dus imane is liefde, liefde is vertrouwen… Nog vandaag de dag ben ik die vriend van mij dankbaar en zal hem eeuwig dankbaar blijven.